• Overlijden melden - 088 335 35 35 (24 uur per dag) 
 

Een waardevol gesprek

Mensen herinneren en rouwen op hun eigen manier. Het is goed om daarover met elkaar te praten, zodat je elkaar kunt steunen als dat nodig is. Om te helpen het gesprek op gang te brengen, hebben wij een handige kaartenset ontwikkeld.

 

Wat zeg je tegen iemand van wie een dierbare is overleden?

Volgens onderzoek van SIRE heeft 83 procent van de Nederlanders weleens te maken gehad met de dood. Toch weten we vaak niet wat we moeten zeggen als een bekende een dierbare verliest. Dat is niet gek, want we zijn het over het algemeen niet gewend om te praten over de dood. In dit artikel geven we je daarom concrete tips: Wat zeg je tegen mensen die een dierbare zijn verloren en hoe voorkom je dooddoeners?

Mensen die een geliefde verliezen, voelen zich vaak eenzaam in hun rouw. Ze willen hun omgeving niet belasten, zijn bang dat ze op het werk in tranen uitbarsten of weten niet goed hoe ze erover moeten beginnen. Vaak proberen ze zich groot te houden, omdat ze anders ‘geen leuk gezelschap’ zijn. Als vriend, collega of familielid kun je hierin een belangrijke rol spelen. Door van het begin af aan open te praten over de dood en de overledene, maak je ruimte voor de rouw van jouw dierbare – en laat je zien dat hij of zij er niet alleen voor staat.

De dood, praat erover, niet eroverheen
Met de campagne ‘De dood, praat erover, niet eroverheen’ vraagt SIRE aandacht voor het bespreekbaar maken van de dood. Meer cijfers en tips vind je hier.

Weg met het taboe op de dood: práát met nabestaanden!

Onderstaande tips helpen je om er op een goede manier voor nabestaanden te zijn.

  1. Zeg minder, vraag meer.

    Een verlies voelt voor iedereen anders, dus er bestaan geen ‘perfecte’ woorden of condoleances.  Een mooie manier om een gesprek over de dood te starten, is door het stellen van vragen. Vraag bijvoorbeeld hoe het met de rouwende gaat, hoe hij het afscheid heeft ervaren en wat je kunt betekenen. In een moeilijke periode is het ontzettend belangrijk om je gehoord te voelen.

  2. Geef anders invulling aan het woord ‘gecondoleerd’.

    Er is niks mis met het woord ‘gecondoleerd’, maar doordat het zo vaak wordt gebruikt, heeft het een beetje aan betekenis verloren. Probeer het eens in je eigen woorden te zeggen, bijvoorbeeld: ik vind het zo erg voor je, wat moet het zwaar zijn of ik wil je graag alle kracht van de wereld wensen.

  3. Deel een korte herinnering of anekdote.

    In plaats van te praten over de dood of het gemis, kun je ook ingaan op het leven van de overledene. Deel bijvoorbeeld een mooie herinnering of anekdote en sluit het af met de woorden: ‘Hans was een goede vent, ik denk heel graag aan hem terug.’ Vaak ontstaat er zo op een natuurlijke manier een gesprek waarbinnen ook de rouw een plekje krijgt.

  4. Bied je hulp aan.

    Ben je geen prater, maar wil je er wel voor de nabestaande zijn? Zeg dan bijvoorbeeld: Ik weet niet goed wat ik moet zeggen, maar ik wil zo graag helpen. Wat kan ik voor je betekenen? Tips om nabestaanden na een overlijden praktisch en emotioneel te steunen vind je hier.

  5. Wees niet te bang dat je iets verkeerds zegt.

    Het geeft niks als het begin van het gesprek wat onhandig overkomt: het is hoe dan ook beter dan er helemaal niet over praten. Vind je het moeilijk, zeg dan bijvoorbeeld: Ik ben bang dat ik iets onhandigs zeg maar ik wil dat je weet dat je altijd met me kunt praten.

  6. Vertrouw op de band die je hebt met de nabestaande.

    In een artikel van een bekende krant vertelt een jonge vrouw over het verlies van haar man. De meest troostende woorden kwamen van haar beste vriendin: ‘Meike, we maken er toch nog een mooi leven van samen!’ Het gaf haar kracht, omdat ze zich realiseerde: niet al het moois ligt achter me, er komt nog meer goeds. Had een ander dit gezegd, had ze het misschien negatiever opgevat, maar haar beste vriendin voelde aan wat ze op dat moment nodig had. Probeer erop te vertrouwen dat ook jij dit goed kunt inschatten.

Meer inspiratie over praten over de dood vind je hier.

Praten over de dood
Vind je praten over de dood confronterend? Met onze kaartenset maak je het op een laagdrempelige manier bespreekbaar, zodat het steeds iets minder moeilijk wordt.

Weg met dooddoeners: zeg dit liever niet tegen nabestaanden

Uit het onderzoek van SIRE blijkt dat 38 procent van de mensen het moeilijk vindt om te praten over de dood. Juist omdat we er zo weinig ervaring mee hebben, floepen onhandige uitspraken er soms zomaar uit. Onderstaande tips helpen je om dooddoeners te vermijden.

  1. Vermijd clichés.

    Dooddoeners of clichés zoals ‘de tijd heelt alle wonden’ of ‘het is een mooie leeftijd om te gaan’ bieden meestal op geen enkele manier troost of steun. Sterker nog: ze kunnen behoorlijk kwetsend zijn. Zo kan ‘het is een mooie leeftijd om te gaan’ al snel worden opgevat als: ze was al 90, dus eigenlijk is het minder erg dat ze er niet meer is. Daarnaast doen uitgekauwde clichés geen eer aan de overledene, die in de ogen van de nabestaanden bijzonder en onvervangbaar was.

  2. Kijk uit met oplossingsgericht advies.

    Het is menselijk om pijn en verdriet van anderen te willen ‘oplossen’, maar voor nabestaanden kunnen goedbedoelde tips (‘misschien moet je weer gaan daten’ of ‘je moet proberen er niet altijd mee bezig te zijn’) erg kwetsend zijn. Probeer niet voor ze in te vullen wat ze nodig hebben, maar toon begrip, luister en wees lief.

  3. Bepaal nooit voor een rouwende wanneer het ‘klaar’ is.

    Een rouwproces is individueel en heeft geen duidelijk einde. Vul dus nooit voor een ander in wanneer hij of zij genoeg heeft gerouwd en doe geen uitspraken als: ‘het is al twee jaar geleden’ of ‘het leven gaat verder’. Vraag liever regelmatig hoe het met de ander gaat en wat je kunt doen om te helpen.

In gesprek met elkaar over de dood

Het is moeilijk om met elkaar in gesprek te gaan over de dood en het achterlaten van dierbaren. Onze kaartjes met stellingen helpen je dit onderwerp bespreekbaar te maken