• Overlijden melden - 088 335 35 35 (24 uur per dag) 
 

Een waardevol gesprek

Mensen herinneren en rouwen op hun eigen manier. Het is goed om daarover met elkaar te praten, zodat je elkaar kunt steunen als dat nodig is. Om te helpen het gesprek op gang te brengen, hebben wij een handige kaartenset ontwikkeld.

 

‘Rouwen is slingeren tussen verlies en herstel.’

In de jaren zeventig bedacht Elizabeth Kübler-Ross de vijf fasen van rouw. Zij benaderde het rouwproces als emoties die mensen na elkaar voelen: ontkenning, boosheid, onderhandelen, depressie, acceptatie. Anderen benoemen vier of zelfs zeven fases. Rouwdeskundige Daan Westerink ziet het rouwproces anders. ‘Als je een dierbare verliest, ben je verdrietig, boos, of in shock, alles tegelijk of geen van allen. Rouwen is de balans zoeken tussen het verlies en deelname aan het leven. En dat laat zich niet in een mal gieten.’

Veerkracht

‘In tijden van rouw zoeken mensen steeds een evenwicht tussen het verlies en de wereld weer ingaan. Als je zo naar het rouwproces kijkt, ga je ervanuit dat je jouw balans mag vinden. Dat jij bepaalt wat bij jou past. Net na een overlijden, kan het voelen alsof je in niemandsland bent. Je weet niet waar je aan toe bent. Dan is het belangrijk dat je bekijkt wat jij nodig hebt, zodat je stil kunt staan bij hoe belangrijk iemand voor je was. En dat je de tijd neemt om te voelen hoe je weer de wereld in wil gaan. Het rouwproces gaat over veerkracht. Hoeveel kracht heb jij om dit verlies een plek te geven in je leven? 

Dat slingeren tussen verlies en herstel, daar gaat het om. Als ik mensen coach, vraag ik of ze luisteren naar wat ze nodig hebben. Ik nodig ze uit om te doen wat ze nodig hebben, en om te vragen om hulp. Zo vind je een antwoord op de vraag: hoe kom ik weer in het ritme van een leven dat niet meer hetzelfde is?’  

Rouwen is niet rechtlijnig

‘In de kern lijkt het een prachtig idee, dat er fases zijn in het rouwproces. Het is een fijne gebruiksaanwijzing. Je kunt je aan die fasen vasthouden en je herkennen in de emoties die per fase omschreven zijn. Eerst ben je boos en ga je het verlies ontkennen en uiteindelijk kom je tot acceptatie. Er is alleen één belangrijke kanttekening: die volgorde van emoties is door Kübler-Ross bedacht toen zij observeerde hoe mensen omgingen met zieke kinderen die kwamen te overlijden. Zij zag dat mensen uiteindelijk accepteerden dat de dood onvermijdelijk was. Een ziekteproces heeft een echt einde. Later paste ze die theorie toe op het rouwproces. En dat vond iedereen handig. Maar rouwen is niet zo rechtlijnig dat je ‘door alle emoties heen kunt gaan’, en dan uiteindelijk uitkomt bij acceptatie, en dán pas weer te gaan leven. Zo werkt het niet. Sterker nog, die verwachting levert veel verdriet op, omdat anderen dingen tegen je zeggen zoals ‘Ben je nu alweer aan het werk?’ of ‘Zijn jullie nu alweer uit eten?’. Het kan pijnlijk zijn als mensen de verwachtingen die bij die fases horen, op elkaar plakken. Je mag boos zijn, maar niet iedereen is boos. Je mag samen herdenken, maar je mag ook lekker op vakantie. Soms is het ook heel fijn om er even níet mee bezig te zijn. Door mensen niet door dezelfde mal te duwen, geef je elkaar de ruimte en kan iedereen rouwen op hun eigen manier.’ 

Mensen toelaten

‘Als je een dierbare hebt verloren, is het belang van routine enorm: opstaan, eten, naar je werk gaan. Je dagelijkse bezigheden geven houvast. Het rouwen en het verdriet gaan toch wel door, maar afleiding is ook fijn. In verbinding blijven met je omgeving is belangrijk. Je plek vinden in de gemeenschap is daar onderdeel van. Laat je collega’s bijvoorbeeld zien dat je rouwt. Dan kunnen ze er voor je zijn.  

Rouwen is er al zolang als de mensheid er is. Ik denk weleens aan 100 jaar geleden, toen we in kleine gemeenschappen leefden en we die gemeenschap nodig hadden. De rituelen gaven toen nog meer houvast. Bijvoorbeeld in de humanistische, joodse of islamitische gemeenschap. In Nederland krijg je tegenwoordig nog weleens ongevraagd advies. In groepsculturen zijn mensen zich ervan bewust dat het er niet toe doet wat zij vinden. Dat ze vooral kunnen helpen door te luisteren en door er te zijn voor de ander. Denk aan die pan soep die gewoon wordt gebracht zonder dat je erom hoeft te vragen. De warmte van mensen die gewoon bij je aankloppen, is belangrijk. Mensen die tegen je zeggen: we kennen je toch en we zijn er straks ook nog.’ 

Tips voor de omgeving

‘Ik denk soms weleens dat niet de rouwende begeleiding nodig heeft, maar vooral de omgeving. Mensen vinden het moeilijk om iemand verdrietig te zien en willen graag iets doen. Maar je kunt ook helpen door gewoon te luisteren en er te zijn. Bedenk je dat je niks anders hoeft te doen dan je voorheen deed. Ook nu is het genoeg als je die vriendin, collega of buurvrouw bent die je altijd al was. Mensen verwachten niet dat jij opeens een ander mens bent. Je kunt laten merken dat je weet wat er is gebeurd, maar je hoeft niet iemand anders te zijn. En maak waar wat je zegt. Als je zegt dat je iemand binnenkort uitnodigt om te komen eten, nodig ze dan ook echt uit om te komen eten. Dat helpt.’ 

Alsof het je laatste dag is

Daan Westerink maakte samen met Niels Drost de podcast ‘Alsof het je laatste dag is’. Ze waren bevriend, studeerden samen en waren allebei docent bij de Bachelor Pedagogiek aan de Hogeschool Utrecht. Maar er was nog iets dat hen verbond: ze kregen allebei de diagnose kanker. Niels wist tijdens de opnames dat hij er niet lang meer zou zijn; Daan is inmiddels schoon. In hun gesprekken hebben ze het over wat de diagnose met hen deed, en met hun omgeving. Ze hebben gesprekken over het leven, hoop en de dood.

Luister hier de podcast

Herinneren & doorleven

Een dierbare moeten missen, is heel verdrietig. Hoe je doorgaat na een verlies is voor iedereen anders. Ervaringen van anderen kunnen troostend zijn om te lezen. Hoe ging voor hen na de stilte de zon weer schijnen? Bekijk hier hoe anderen omgaan met verlies, wat ze regelden en hoe ze de draad van het leven weer oppakten.