• Overlijden melden - 088 335 35 35 (24 uur per dag) 

Johnny Kraaijkamp

Je vader als beste vriend, dat is niet vanzelfsprekend. De jongste dochter van Johnny Kraaijkamp had dan ook een bijzondere band met haar vader. ‘Ik vertelde
hem alles.’

Chat met onze medewerkers

‘Niemand kende me zo goed als hij’

Als één van Sannes vriendinnen huilend opbelt omdat haar ‘verkering’ uit is, vraagt Sanne: ‘Hoelang kende je die gozer eigenlijk? Een half jaar? En hoe voelde je je een half jaar en een week geleden? Goed? Nou dan.’ Het is een erfenis van haar vader Johnny, die deze vraag standaard stelde als Sanne liefdesverdriet had. ‘Janken mocht ik alleen als er echt wat ergs was. Als je hond na tien jaar dood gaat, bijvoorbeeld. Anders ga je gewoon door.’

Beste vriend

Toen Sannes vader overleed, verloor ze haar beste vriend. ‘We hadden een zeldzaam hechte vriendschap.Er is niemand ter wereld die me zo goed kende als hij. De band die ik met hem had, was anders dan die met zijn andere kinderen. Toen Johnny (Kraaijkamp jr.) geboren werd, was papa veel jonger, toen ik geboren werd was hij zijn wilde haren kwijt. We praatten vooral heel veel. En hij gaf me zijn ongezouten mening. Dan zei hij: “Ik ben wel een ouwe lul, maar...” Vaak was ik het met hem eens.’

Beetje gek

Johnny Kraaijkamp was thuis heel anders dan zijn alter ego dat we kennen van televisie en toneel. ‘Iedereen kent dat kleine kale mannetje dat altijd grappen maakt. Maar je kunt niet altijd grappig zijn, dat bestaat gewoon niet. In werkelijkheid was mijn vader manisch depressief. Als kind heb ik daar weinig van gemerkt, maar achteraf herken je de patronen wel. Hij sliep heel veel. En soms had hij opeens heel veel plannen, dan liep hij over van energie. Er zijn trouwens heel veel manische depressieve acteurs en cabaretiers – misschien moet je wel een beetje gek zijn om zo in de schijnwerpers te kunnen staan. Een ding was zeker: het werk ging altijd door. Wat dat betreft liet hij zich niet tegenhouden door zijn depressie.’

Achter de schermen

Als meisje van zeven ging Sanne in het weekend al mee naar het toneel. ‘Al snel liep ik met kabels te sjouwen, ik wist niet beter. Ik dacht ook dat alle papa’s en mama’s op tv kwamen. Want alle ouders die ik kende, deden iets op televisie of achter de schermen.’ Zelf kwam ze al snel tot de ontdekking dat ze liever achter de schermen werkte. ‘Ik heb een paar gastrollen gehad, in GTST bijvoorbeeld, maar nee, dat bleek niks voor mij. Ik vond het veel leuker om te werken als souffleur voor mijn vader, en later als grimeur en stylist. Ik heb een grimeopleiding gevolgd, de styling kwam er eigenlijk bij toeval bij. De kleedster van The Sunshine Boys was ziek en toen vroeg mijn vader of ik dat niet wilde doen. Van het een kwam het ander, en zo heb ik jarenlang als stylist gewerkt.’

Niet zo ambitieus

Op dit moment werkt Sanne in een winkeltje met Thaise producten in de 9 Straatjes in Amsterdam. Of dat over een jaar nog zo is? ‘Geen idee. Ik leef heel erg in het nu. Zo lang ik het leuk vind wat ik doe, ga ik ermee door. Als er een leuke stylingklus op mijn pad komt, zal ik die waarschijnlijk aanpakken. Maar ik ben niet heel ambitieus, dus ik lig er niet wakker van als dat niet gebeurt.’ Haar opvoeding speelt daarin een rol, denkt Sanne. ‘Papa had in veel opzichten hele moderne opvattingen, maar wat betreft de verdeling tussen mannen en vrouwen was hij heel traditioneel. De man verdient het geld, de vrouw blijft thuis en zorgt voor de kinderen. Zo was het bij ons thuis ook geregeld. Zelf heb ik geen kinderen, maar ik zou het geen probleem vinden om dan veel thuis te zijn en het grootste deel van de opvoeding op me te nemen.’

Wat heb je daar?

In de laatste jaren van zijn leven woonde Johnny in het Rosa Spier Huis in Laren. Tot het einde van zijn leven was hij helder van geest. Sanne: ‘Hij is niet ziek geweest en was niet dement, ook al dachten sommige mensen dat wel. Dat kwam omdat hij heel selectief gebruik maakte van zijn geheugen; hij onthield alleen dingen die hij wilde onthouden. Een afspraak om uit eten te gaan vergat hij echt niet! Men dacht dat hij doof was, maar als ik iets te eten meebracht en er kraakte een zakje, riep hij vanuit zijn bed: ‘Wat heb je daar??’ Hij had dezelfde eigenwijze houding als pubers, ik noem het ook wel de bejaardenpubertijd. Daar heeft mijn vader heel wat jaren in gezeten. Sommige mensen ergerden zich er kapot aan, maar ik vond het geweldig.’

Niet makkelijker, wel begrijpelijker

Toen Sanne’s vader op 86-jarige leeftijd overleed, kwam dat voor haar niet onverwacht. ‘Ik zag langzaam maar zeker de sprankel uit zijn ogen verdwijnen. Daardoor had ik al een beetje afscheid kunnen nemen. Het maakt het rouwproces niet makkelijker, maar wel begrijpelijker, beter te overzien. Het is al weer vier jaar geleden dat hij overleed, maar zo voelt het niet. Ik mis hem nog steeds.’

 ‘Hij had dezelfde eigenwijze houding als pubers, ik noem het ook wel de bejaardenpubertijd.'