Gerrit Rietveld
Zijn handjes worden door zijn moeder in een stempelkussen gedrukt, voor een boekje dat opa Rietveld zou krijgen voor zijn 75e verjaardag. Het is één van de eerste herinneringen van Egbert Rietveld (47), het jongste kleinkind van Gerrit Rietveld, aan zijn grootvader. ‘Qua uiterlijk ben ik bijna een kopie van hem.’
×
Chat met onze medewerkers
‘Hij dacht al in machines die er nog niet waren’
‘Mijn vader was uitvinder en had een unieke fabriek. Als kind leefde ik zo’n beetje in die fabriek. Ik weet nog dat daar een tweede ‘aluminium chair’ gemaakt werd door een medewerker van mijn vader, Dries van der Belt, onder toeziend oog van mijn grootvader. De eerste aluminium stoel was vele jaren daarvoor gemaakt door mijn oom Wim, uit de vleugel van een neergestort vliegtuig. Vooral het popnagelen met de poptang staat me nog goed bij; dat vond ik altijd zo’n leuk geluid.’ Aan het woord is Egbert Rietveld, het kleinkind van Gerrit Thomas Rietveld. De meubelmaker, ontwerper en architect overleed op 25 juni 1964 op 76-jarige leeftijd. Egbert was toen drie jaar oud, dus heel veel herinneringen heeft hij niet aan zijn beroemde opa. ‘Ik weet nog dat ik aan de rand van de vijver zat met mijn voetjes in het water en dan het grasveld over rende als ik de Ford Taunus van mijn opa zag aankomen. Een viezige kleur geel had zijn auto. Ik herinner me dat ik een dubbeltje van hem kreeg om een kauwgombal te gaan halen. Van zijn 75e verjaardag weet ik nog dat ik op het achterste wagonnetje stond van zo’n pretparktreintje, heel eng vond ik dat. En zijn stem, ook die is mij bijgebleven. Hij had een heel warme, wat hoge stem, die ik jaren later weer terughoorde in een museum’.Uren puzzelen
In 1972 werd de familie Rietveld benaderd door meubelfabrikant Cassina. Zij waren bezig met een nieuwe meubellijn waarin ontwerpen van meesters opnieuw in productie gebracht worden. In eerste instantie kregen zij het alleenrecht om de ontwerpen van Rietveld opnieuw uit te brengen. Egbert: ‘Als elfjarig jongetje was ik mee naar de fabriek in Milaan. Toen was er discussie over de uitvoering: moest de Zig Zag-stoel in elkaar geschroefd worden, zoals mijn opa dat destijds deed, of is plakken beter? Toen zei ik al: je moet geen dingen doen die onzin zijn.’ Met die instelling sluit Egbert aan bij het karakter van Gerrit Rietveld: hij probeerde dingen zo gemakkelijk mogelijk te maken. ‘Hij dacht al in machines terwijl die er toen nog niet waren, was heel modern in zijn opvattingen.’ In die lijn proberen Egbert en zijn achterneef Ries Seijler Rietvelds erfgoed verder voort te laten leven. Precies veertig jaar na zijn dood, op 25 juni 2004, richtten zij het bedrijf Rietveld by Rietveld op. ‘Cassina brengt maar vijf van de door hem ontworpen meubels uit. De bekende Rood-Blauwe stoel uit 1918, de Zig Zag-stoel, het Divantafeltje, de gestoffeerde Leunstoel en de bank Utrecht. Terwijl het oeuvre van mijn opa véél omvangrijker is. Wij willen zijn gedachtegoed graag verder verspreiden.’ In eerste instantie probeerde de Stichting Auteursrechten Rietveld zijn meubels door andere meubelmakers te laten maken, maar dat bleek geen succes. ‘Uiteindelijk verzuchtte ik ‘dan doe ik het nog liever zelf’, waarop Ries serieus voorstelde het dan met z’n tweeën te gaan doen. Zo gingen we van start.’
Hedendaagse kwaliteit
De twee kersverse ondernemers startten met een tocht langs musea, waarbij Egbert ontdekte dat de meubels vaak sterk van elkaar verschilden. ‘De uitvoering verschilde vaak van het ontwerp en dezelfde meubels verschilden ook onderling van elkaar. Rietveld was natuurlijk vaak afhankelijk van het materiaal waar hij mee kon werken, had het niet altijd voor het uitkiezen. En het is handwerk. Ik ben daarin wel eigenwijs; ik wil absoluut geen concessies doen in de uitvoering. Ik heb dan ook uren gepuzzeld op zijn ontwerpen en regelmatig de zaag gezet in een prototype. De ontwerpen van mijn opa zijn in de loop der jaren geïdealiseerd, dus wij moeten tegemoet komen aan die verwachtingen. Het moet recht zijn, vormvast. Om dat te bereiken, gebruiken we kunststof en roestvrij staal in plaats van triplex en staal. Ik weet zeker dat Gerrit Rietveld dat ook gedaan had, als hij die keuze had gehad.’ Zeven modellen zijn nu wereldwijd verkrijgbaar via Rietveld by Rietveld. En als het aan Egbert ligt, is dat nog maar het begin. ‘Bij de Kratstoel junior hoort nog een tafeltje. En verder ben ik bezig met de Tuinbank, een ontwerp uit 1936.’
Geen krullenjongen
Qua uiterlijk lijkt Egbert op zijn opa. ‘Die gelijkenis viel me opeens op toen ik in een spiegel keek, terwijl ik op de achtergrond een poster van hem zag. We hebben dezelfde haarlijn.’ Een andere overeenkomst is dyslexie; zowel Egbert als zijn zoon hebben last van die erfenis. ‘Het is erfelijk in de mannelijke lijn en het blijft lastig. Gerrit Rietveld wilde ontwerper of architect worden, maar moest de meubelmakerij overnemen van zijn vader. Hij wilde absoluut geen ‘krullenjongen’ worden, dat stomme gekrul vond hij helemaal niks. Hij dreef mijn oma tot wanhoop toen hij alle krullen van het harmonium liet afzagen en rood schilderen. Mijn opa was een milde man, maar als hij echt vond dat iets op een bepaalde manier moest gebeuren, gebeurde dat ook.’ Een ander voorbeeld daarvan is zijn woning in Utrecht. ‘Hij woonde op het Vreeburg boven de bioscoop, in één grote ruimte zonder muren. Hij kon zich daar niet inschrijven, dus officieel woonde hij op de Oudegracht.’ Egbert: ‘Ook ik woon in een licht huis zonder veel gangen, net als mijn zus Mieke. Die heeft ‘gewoon’ haar eigen huis gebouwd. We hebben allemaal het nodige geërfd van onze grootvader!’
“ Zijn stem, ook die is mij bijgebleven. Hij had een heel warme, wat hoge stem, die ik jaren later weer terug hoorde in het museum. ”