Frits Philips
Opa Neus, zoals zijn kleindochters hem noemden, was betrokken en oprecht geïnteresseerd in mensen. ‘Hij vond het belangrijk dat je doet wat je leuk vindt en waar je goed in bent. Heb je een goed idee, ga er dan voor.’ Zijn ondernemingsgeest en positieve levenshouding blijven zijn kleindochters bij.
×
Chat met onze medewerkers
‘Een charmante man, met een goed geheugen voor mensen’
Christine Philips en Annejet Brenninkmeijer-Philips woonden in hun jeugd op Landgoed De Wielewaal, op ongeveer 500 meter afstand van hun beroemde opa. Ook al woonden opa en oma om de hoek, toch zagen ze hen maar een keer per week. ‘Het waren namelijk geen opa en oma in de traditionele zin van het woord’, vertelt Christine. ‘Ze hadden tot op hoge leeftijd een goedgevulde agenda, waren weinig thuis.’ ‘Wel aten we er regelmatig op zaterdagavond’, vult Annejet aan. ‘Maar neefjes en nichtjes die niet zo dichtbij woonden, bleven logeren. Dat was natuurlijk ook wel erg leuk. Dus ik weet niet of wij hen nu echt meer zagen dan de rest van de familie.’Eigen stoel
Hoe dan ook, bijzondere herinneringen zijn er genoeg. Annejet: ‘Ik vond het super om met opa, die al van kinds af aan supporter was van PSV, mee te gaan naar de wedstrijden van PSV. Na de wedstrijd ging hij altijd even de kleedkamer in. Een van de eerste keren dat ik mee was, ik was elf jaar, mocht ik meelopen. Stond ik daar opeens in de kleedkamer, tussen Ruud Gullit en Ronald Koeman! Toen ze gingen douchen, greep de trainer toch maar even in; ik moest op de gang wachten tot opa weer naar buiten kwam. Toen PSV later kampioen werd, mocht ik tijdens de huldiging mee het bordes op.’ Dat Annejet mee mocht naar de voetbalwedstrijden, was overigens bijzonder, want de familie was vrij traditioneel: waar opa zich vooral bezighield met zijn kleinzonen, bekommerde oma zich om haar kleindochters. Annejet: ‘In sommige opzichten heb ik dan ook meer herinneringen aan oma, want zij hield zich meer bezig met de kleindochters. Toen mijn broer het huis uit ging, mocht ik voortaan mee naar het stadion.’ Ook vandaag de dag is het voor Annejet bijzonder om een wedstrijd in het PSV-stadion bij te wonen. ‘Opa heeft een stoel met zijn naam erop. Als we nu naar het stadion gaan, is het een soort stilzwijgende afspraak dat één van de leden van de familie op opa’s stoel gaat zitten.’
Overal Philips
Opa Philips werd veel aangesproken, maar daar hebben beide kleindochters geen vervelende herinneringen aan. ‘Soms kwamen mensen naar hem toe om hem te bedanken voor iets. Philips is natuurlijk een ontzettend grote werkgever in die regio en onze opa was de verpersoonlijking daarvan. Bovendien was het een heel charmante man, met een goed geheugen voor mensen. Dat maakte hem geliefd als persoon.’ Bijzonder is het natuurlijk wel, om het kleinkind te zijn van zo’n beroemde man. Christine weet nog dat ze in de trein in gesprek raakte met een groepje jongens op doorreis. ‘Ze wilden mij een kaartje sturen en vroegen hoe ik heette. Toen ik uit het raam keek, we reden net door Eindhoven, zag ik overal borden met Philips. Toen ik mijn achternaam noemde, geloofden ze me daarom eerst niet. Maar het kaartje heb ik wel gekregen!’
Ondernemersgeest
Zingen en lezen op zondagochtend is een ritueel dat vooral Christine zich nog goed herinnert. ‘Opa en oma waren niet kerkelijk, maar wel gelovig. Ze maakten deel uit van de Morele Herbewaping, nu Initiatives of Change genaamd. Dat betekende bijvoorbeeld dat ze de dag begonnen met ’stille tijd’, om te kunnen luisteren naar je innerlijke stem. Maar ook op zondagmorgen met z’n allen een Bijbelverhaal lezen en bespreken en dan zingen bij de piano.’ Frits Philips keek volgens Christine verder dan de geijkte paden. ‘Zo hield hij zich jaren geleden al bezig met de Stirlingmotor, een energiezuinige motor. Hij hield van kunst en kocht ook schilderijen en sculpturen van lokale kunstenaars. Volg je hart, dat was zijn motto. Heb je een goed idee, doe er dan wat mee.’ Die ondernemersgeest heeft hij weten over te brengen op zijn kleinkinderen, want van de negentien kleinkinderen zijn er maar een paar die niet voor zichzelf werken. ‘Daar ben ik er één van’, vertelt Christine, die als officemanager werkt. ‘Veel kleinkinderen werken voor zichzelf, anderen zijn partner in een bedrijf of hebben een creatief beroep.’
Spel van de 15
Frits Philips overleed in 2005, hij werd honderd. Een respectabele leeftijd, maar voor Christine en Annejet kwam zijn dood toch nog onverwachts. ‘Als iemand zo oud is, denk je dat hij niet meer zal overlijden. Het is gewoon heel vreemd dat iemand die er voor jouw gevoel altijd is geweest, er niet meer is.’ De positieve houding van hun opa is iets dat de beide kleindochters zal bijblijven. ‘Toen hij ouder werd, zijn zicht minder werd en andere lichamelijke klachten de kop op staken waardoor hij het even wat minder zag zitten, deed hij het ”spel van de 15”. Hij begon dan dingen te bedenken om dankbaar voor te zijn, zoals de vogels horen zingen, naar de wolken kunnen kijken, de mensen om je heen die je dierbaar zijn, enzovoorts. “Als ik dan zo bezig ben, word ik al gauw zo blij. Ik hoef dan niet eens tot de vijftien door te gaan”, zei hij vaak.’ Bij zijn begrafenis hebben twee van de kleinkinderen gesproken, gebruikmakend van de herinneringen die iedereen had ingebracht over zijn of haar relatie met hun opa. Christine: ‘Het was heel bijzonder om te zien dat iedereen een ander verhaal vertelt. Het gaf echt een totaalbeeld van de veelzijdige man die hij was.’
“ In het 'spel van de 15' bedacht hij dingen om dankbaar voor te zijn. ”